Stichting Amateurfilm

De website van Stichting Amateurfilm is een ontmoetingsplek voor amateurfilmers en liefhebbers die zich bezig houden met de geschiedenis, hergebruik en studie van amateurfilm.

Filmmaker Jaap Pieters, een analoge man in een digitale wereld

Filmmaker Jaap Pieters, een analoge man in een digitale wereld
Guy Edmonds en Valentine Kuypers zijn bij hem op bezoek

De digitale tijdperk lijkt aan Jaap Pieters voorbij te zijn gegaan. Hij luistert het liefst naar platen, gebruikt geen computer (tja hij heeft er wel één staan op zolder, maar die is nooit aangeweest) en filmt en fotografeert nog altijd op film. Wanneer we in zijn huis in de Pijp in Amsterdam zijn, zien we dat hij een verwoede verzamelaar is. Zijn huis staat vol met bewaarde kranten en papieren. Het is een naslagwerk van de tijdperk waarin hij leeft.

De werk van Jaap Pieters is niet meteen te classificeren als amateurfilm, maar het heeft wel verbindingen met de werkwijze van amateurfilmers. Hij filmt op super8, vraagt geen subsidies aan en betaalt alles zelf.

“De hele indeling, hobby, amateur, professionele is gewoon zuiver gebaseerd op geld en daar heb ik me altijd tegen verzet. Ik heb me altijd verzet tegen dat soort indelingen, of je maak films of je maak geen films. Er zijn mensen die maken mooie films en mensen die maken vreselijke films, de ene is gefinanceerd met heel veel geld en is rampzalig, de ander is prachtig en uit eigen zak betaald.”

De films van Jaap Pieters kenmerken zich door de lengte van één super8 cassette, waarin hij zich fixeert op één onderwerp. Een bekende film van hem laat bijvoorbeeld het beeld zien van een zwerver die blikjes in een zak stopt, maar die door een gat in de zak er vervolgens weer ongemerkt uitvallen. Een toevalstreffer zou je zeggen, maar Jaap Pieters heeft er oog voor. Hij zegt zelf dat het voor een deel luiheid is geweest. Er waren wel langere projecten, maar die kwamen nooit af. Het werd te ingewikkeld en hij was te perfectionistisch.

“In ’91 toen zag ik op straat iets gebeuren wat ik zo ongelooflijk vond, ik geloofde mijn ogen niet. Dus heb ik mijn camera gepakt en heb ik gefilmd.”

Zo maakte hij met 1 cassette zijn meest bekende film De BlikjesmanDe Winkelwagentjesman was zijn tweede film. Zwerver Jimmy woonde in zijn portiek en Pieters voelde dat er iets stond te gebeuren dat hij moest vastleggen. Extreme alertheid, noemt hij het. Een combinatie van intuïtie, gevoel voor tijdspanne en een grote geluksfactor. Hij krijgt wel eens te horen dat zijn werk geen kunst is, maar eigenlijk interesseert hem dat niks.

Jaap Pieters vertoont zijn films altijd zelf. Hij heeft van al zijn films kopieen laten maken en verzorgt een avond inclusief projectorgeratel. Hij filmt nooit op video en eigenlijk zou hij zijn films niet eens op televisie willen laten vertonen. Toen zijn vader De Blikjesman zag riep hij dat deze naar de VPRO gestuurd moest worden. Pieters wilde dit niet.

“Ik zei hem ik wil niet op televisie, ik wil niet op televisie!”

Maar veel later maakte hij voor een programma van de VPRO, PuntNL, toch een uitzondering. Wel moest zijn film integraal worden uitgezonden. ‘Het zit hem namelijk in de tijdspanne’, zegt Jaap Pieters. ‘In 1991 was dat nog niet zo belangrijk, maar omdat ik altijd werd beschreven als degene die op 1 cassette filmde werd het belangrijk’. Het portret voor PuntNL werd nog als een van de laatste TV-uitzendingen gedraaid op super16mm. Daar is hij dan wel weer trots op. En dat op zondagavond PrimeTime zijn film met projectorgeratel vertoond werd op televisie, daar is hij eigenlijk ook wel trots op.

Terwijl de meeste filmmakers met de digitale stroom meegaan, verzet Jaap Pieters zich vooral om esthetische redenen tegen deze ontwikkelingen.

“Ik vind het ontzettend lelijk. Ik vind het beeld gewoon lelijk. De warmte, de zachtheid van de beeld het wordt ontzettend plat, de diepte verdwijnt, de warmte verdwijnt, de zachtheid verdwijnt. Het lijkt wel scherper te worden maar dat is natuurlijk een illusie.”

De ogen van Pieters zien de invloed van het digitale niet alleen in bewegend beeld, maar ook in de werkelijkheid. In de bouwkunst van modernisme en erger nog het post-modernisme ziet hij “de kille, gladde, glimmende hardheid” van het digitale beeld.

Door zijn aversie tegen video en het digitale zou je denken dat hij een filmpurist is, die heel bewust voor zijn stock en formaat heeft gekozen. Maar daar gaat het hem niet om. Hij filmde lange tijd op een gekregen Minolta camera, totdat deze het niet meer deed en hij overstapte naar een Beaulieu (toch wel beschouwd als een betere kwaliteit camera). Ook filmde hij lange tijd op de goedkopere Agfa cassettes en pas toen de productie hiermee ophield stapte hij over op Kodak. En terwijl filmliefhebbers wereldwijd met weemoed naar de productiestop van Kodachrome keken, stapte hij moeiteloos over op het nieuwe en minder populaire alternatief Ektachrome.

En zijn reactie op de conserveringen die door de Filmbank zijn gemaakt naar 35mm film… ‘Ik vind het allemaal prachtig’. Het gaat Pieters niet zozeer om de kleurbalans of de kleine verschillen tussen de filmstocks, maar om de warmte van de film ten opzichte van video en tegenwoordig de digitale beelden. Zelf zal hij nooit overstappen op digitaal.

“Als er op een gegeven moment straks helemaal geen filmmateriaal meer bestaat, ja… Alleen zal ik zelf niet overstappen op digitaal… Het is afgelopen.”

Geef een reactie