Stichting Amateurfilm

De website van Stichting Amateurfilm is een ontmoetingsplek voor amateurfilmers en liefhebbers die zich bezig houden met de geschiedenis, hergebruik en studie van amateurfilm.

De voorbijgegane wereld van IJsbrand Michael Rogge

De voorbijgegane wereld van IJsbrand Michael Rogge.
En hoe hij er dankzij YouTube weer middenin staat.

Door Jeske van der Slikke

In het kader van de onderzoekswerkgroep Mediated Memories van de Vrije Universiteit in Amsterdam, geleid door docent dr. M.M. Roepke, sprak Jeske van der Slikke in het voorjaar van 2012 met filmmaker IJsbrand Michael Rogge (1929) te Amsterdam. Enkele delen uit die interviews zijn hieronder gepubliceerd.

michael_rogge

Het doel van de interviews was om een beeld te krijgen van Rogge’s praktijk als filmmaker en -verzamelaar. Rogge heeft een eigen kanaal op YouTube, met ruim 840 clips van de jaren ’30 van de vorige eeuw tot nu. Ongeveer de helft van de filmpjes bestaat uit eigen materiaal. De andere helft koopt Rogge via internetveilingen of vindt hij op Internet, die hij vervolgens naar zijn eigen kanaal haalt. Zijn interesse gaat vooral uit naar de voorbijgegane wereld. In het bijzonder die van het Verre Oosten, waar Rogge ongeveer zestig jaar geleden zijn werkzame leven begon bij een bank in Hong Kong.

Film vormt de rode draad in het leven van Rogge. Enkele jaren geleden zette Rogge voor het eerst zijn filmpjes op YouTube via de account “MichaelRogge”. Het kanaal is met zeventien duizend abonnees zeer populair, ook internationaal. Inmiddels hebben al meer dan elf miljoen mensen zijn filmpjes gezien.

Rogge: “Ik kwam vroeger veel in de Jordaan om naar filmapparatuur te zoeken in tweedehands zaakjes. Filmapparatuur was heel moeilijk te vinden in de oorlog. Het is was destijds heel gezocht voor onderduikers. Die hadden helemaal niks. Er werden wel filmvoorstellingen gehouden ondergronds in kleine kring. Je had natuurlijk wel bioscopen, waar de goede en foute Amsterdammers naar toe gingen.”

Hoe kwam het dan dat de Jordaan zo’n verzamelplek was?

“Er waren veel tweedehands zaakjes. Jarenlang droomde ik er over dat ik door de Jordaan liep en dan zo’n zaakje zag met een prachtige projector en een stapel films. Een hele opwinding was dat! Mijn filminteresse reikt terug tot mijn eerste levensjaren. Toen zat ik op de arm van mijn vader of moeder en was vader aan het slingeren aan een grote projector. Mijn vader was net als ik erg geïnteresseerd in fotografie en film. In 1925 kwam hij naar Nederland vanuit Nederlands-Indië, waar hij explorer is geweest. Hij had goud, diamant en concessies gehad, maar was al zijn geld verloren in de krach. Hij had desalniettemin een grote liefde voor apparatuur. Zo was hij een van de eerste die een radio kocht. Ook maakte hij veel foto’s op grote platen, onder meer in Indonesië.”

Uw vader was dus nogal een ‘spullenbaas’, hij hield van apparatuur.

“Ja, dus toen hij geen cent meer had, alleen steun, ging hij naar de veiling in de Tweede Helmersstraat. Door de malaise van toen had niemand geld. Af en toe kwam mijn vader dan met eenkleine projector thuis. Een Pathé Baby, die hij dan voor één gulden – toen een heel kapitaal – had gekocht samen met een stapeltje films. Het was een hele opwinding wanneer die Pathé filmpjes werden vertoond. Eén daarvan was De Zeven Vloeken, met close-ups die je je nu niet meer kunt voorstellen. In die tijd maakte dat op dat flakkerende schermpje zo’n indruk. Met de ratelende projector die om de haverklap stuk ging. Het was een hele belevenis! En dat werd nog geïntensiveerd doordat mijn vader zichzelf liet verleiden om op de Nieuwendijk voor dertig gulden een Alef 9,5 mm camera te kopen, inclusief filmpjes.”

Was dat niet een enorme aanslag op het huishoudbudget?

“Misschien heeft hij het wel in termijnen afbetaald, dat weet ik verder niet. Hij begon ons te filmen in de Helmersstraat. Daarin zie je mij, de veiling en de visboer. Het filmpje is te vinden op YouTube, onder Mijn leven, My Life:

Ik heb het filmpje opgedeeld in tijdvakken. Eén van de films is Naar het Vliegenbos, maar er staan ook filmpjes uit de Rijnstraat uit 1938. Die zijn van een vriend die me vertelde dat hij een stapel films had liggen die ze in eeuwen niet hadden gezien. Hij vroeg of ik er wat mee wilde doen. De film geven ook een zeker tijdsbeeld. Mijn vader was wel een beetje primitief in het filmen. Hij zei bijvoorbeeld dat je het diafragma nooit moet verstellen, omdat men dat wel compenseert in het laboratorium. Dat betekende dat sommige scenes overbelicht waren en anderen onderbelicht. Tegenwoordig kun je het een beetje herstellen, maar die films zijn ook zo stukgedraaid op die oude Pathé Baby projectoren. Dat is een heel verfrommeld filmpje geworden.”

Wanneer had u voor het eerst een filmcamera in handen?

“In de Tweede Wereldoorlog woonde ik bij mijn oom en tante in Deventer. Mijn oom had een projector en hij maakte ook zelf films. Op een regenachtige dag was ik dan de operateur en mocht ik de Siemens projector bedienen. Ik was toen veertien, vijftien jaar en enorm geïnteresseerd in film. Het Smalfilmboek van Dick Boer, wat zij in de kast hadden staan, heb ik verslonden. Ik ken alle plaatjes die er in staan uit mijn hoofd, zoals een plaatje waarop een schema staat afgebeeld van hoe Amerikanen zich een projectiezaaltje voorstelden. Met een kleine cabine en hoe een amateur zelf films kan projecteren.

Terwijl ik naar school liep droomde ik dan van een dergelijke ‘cine-home’. Een zaaltje aan huis, waarin mensen bij mij films konden kijken. Dat was mijn ideaal. Met mijn YouTube-kanaal gebeurt dat nu op een een heel andere manier. Mensen uit de hele wereld, van Mongolië tot Groenland, komen in ‘mijn bioscoop’ kijken. Ik verzorg ook regelmatig thematische voorstellingen. Mijn laatste clip gaat bijvoorbeeld over een bezoek aan Israël uit 1951.”

Dus u geeft eigenlijk voorstellingen via uw Youtube-kanaal?

“Ja, want ik heb op het moment zeventien duizend abonnees. Die krijgen steeds bericht als er een nieuwe clip op mijn YouTube-kanaal staat. Dagelijks komen er vijftienduizend mensen kijken. Ik vul dus iets van tien bioscoopzalen per dag. Daar krijg ik eigenlijk een enorme kick van. Vooral ook als je reacties uit alle uithoeken van de wereld krijgt. Vanmorgen nog één in Japanse karakters, die ik dan in Google Translate vertaal. Die man schrijft: ‘Op 9.23, dat is het Sheung Wan district’. Kijkers herkennen dan een bepaalde straat en geven ook nog extra aanwijzingen waar het is. Soms doe ik ook wel eens een oproep aan de kijkers of ze mij kunnen vertellen wanneer en waar een bepaalde film is opgenomen.”

Komt dat ook doordat u ook films van anderen erin zet?

“Ik heb zelf tachtig films gemaakt; ik zit nu aan de 840-ste clip. Min of meer ben ik door mijn eigen films heen en koop ik veel op eBay. Dat kost me wel veel geld, soms wel honderd dollar per clip.”

Waarom zet u ook filmpjes van anderen op uw YouTube-kanaal?

“Ik had eens een hele interessante film over Hong Kong gekocht op eBay. Ik volg er dagelijks ongeveer vijfhonderd aanbiedingen over oude filmapparatuur, waardoor ik inmiddels een belangrijke verzameling aan amateurfilmapparatuur bezit. Vorige week heb ik een 17,5mm camera gekocht. Dat is ook mijn verzamelgebied, waar het allemaal mee begon. Toen ik het eind van mijn eigen films naderde ben ik begonnen met het opsporen van bijzondere films. Ik ga nu systematisch alles na wat er in de wereld aan films wordt aangeboden. Naar mijn films uit Hong Kong keek vroeger een klein publiek. Op een gegeven ogenblik dacht ik erover om ze weg te gooien. Toen las ik over YouTube, waar ik een filmpje opzette dat vervolgens zo’n duizend mensen uit Hong Kong zagen. Die werden zo enthousiast! Medewerkers van het Hong Kong Government Film Archive wilden die films graag hebben voor hun archieven. Vrijwel niemand heeft namelijk in de vijftiger jaren Hong Kong in 16mm vastgelegd.”

Verder lezen? Klik dan hier.

Geef een reactie